Een overweldigende zon boven heiïge velden en horizonten. Een belofte die opkomt vanuit een aardedeken, vooral als we bergop gaan. Het landschap lijkt in afwachting van iets … van sneeuw om haar naaktheid te bedekken, of van het frisse groen van de lente. Hoe zuidelijker we komen, des te meer kans we maken op het eerste.
Zo begin ik mijn reisdagboek in de auto op weg naar het Pitztall in Oostenrijk. Van binnen ben ik nog altijd daar, ook al zijn we een week geleden teruggekomen. Wandelend door het witte landschap word ik een en al oooooh dat net zo klinkt als het Engelse woord awe dat eerbied betekent. Oude sneeuw die ’s nachts uithardt bij 15 graden onder nul en overdag langzaam wegsmelt in de zon gaat plooien en rimpels vertonen als oude huid. Net zoals ik in de wolken soms een hond of een gezicht kan herkennen, ga ik een vormentaal in de sneeuw zien. Ik geniet van het spel van vormen vinden zonder te zoeken. Mijn denken stopt en ik word deel van dit kraakheldere sprookje. Ik wandel en ben gelukkig.
Als je het leuk vindt om zelf iets te ontdekken in de foto’s, stop dan hier met lezen.
Voor wie graag meekijkt met mij vertel ik wat ik onder andere ontdekte. Een gezicht met twee mini kerstboompjes in de ogen, een schattig mannetje en profile met een steek op zijn hoofd, een spiraalvorm – een stuk deeg of een uitgewrongen handdoek misschien, een koetje met zijn neus in de wind en een sneeuwspuwende stenen vissenkop.
Ine Castelijns zegt
Wat weer een lezenswaardig stuk , Justine !
Sneeuw blijft een wonderlijk fenomeen !