Een lange zomer, rijk aan ervaringen die niet in een paar zinnen te vangen zijn. Die zomer is slechts een stip in de tijd. Tijd en mijn beleving van tijd zijn op de een of andere manier mijn thema geworden deze zomer.
Hoe ouder ik word, hoe meer de tijd kabbelt. Hij glipt niet tussen mijn vingers door, want ik ben erbij, bij dat kabbelen. Ik doe minder op een dag dan vroeger en ik ben volledig aanwezig bij wat ik doe (of niet doe), samen of alleen. Ik neem de tijd om mij een beeld te vormen van de wereld van nu door te lezen over historische en actuele onderwerpen. Ik hoef niet alles te onthouden. Een beetje snappen waar we mee bezig zijn, helpt mij te verdragen en erbij te blijven zodat er ruimte blijft voor genieten.
Ik heb ergens gelezen dat de tijd voor ouderen sneller lijkt te verstrijken omdat ze minder doen op een dag. Ik weet het niet. Vroeger kon ik zo druk zijn dat ik vergat bewust te leven en dan was een dag, een maand, een jaar verstreken voordat ik het in de gaten had.
Voor een paar vriendinnen houdt de tijd samen met hun mannen op omdat die overlijden. Dit brengt mij bij gedachten over de eindigheid van dingen. Hoe zal het zijn als we niet meer kunnen zeilen? Iedere zomer kan daarvoor de laatste zijn. Dit maakt dat ik met aandacht beleef, met een mengsel van herkenning en verwondering. Ik maak ruimte voor toewijding en ongeduld, voor geluk en chagrijn.
En dan. Hoe zal de een voortgaan, als de ander er niet meer is? Zonder haast laten we onze gedachten daar over gaan. Af en toe, want meestal zijn we daar niet mee bezig, we zijn en we doen terwijl de tijd verstrijkt.
Tineke zegt
‘Hoe ouder ik word, hoe meer de tijd kabbelt.’
Ik heb de indruk dat de maatschappij veel te snel wil. En dat de traagheid die vanzelf komt met het ouder worden, misschien al veel eerder geleefd wil worden….
Mooi! dank je weer.
Antoinette zegt
Herkenbaar wat je schrijft, Justine,
Ja, dichter bij onze eindigheid krijgt het leven een andere intensiteit, merk ik.
Ik zie het ook als een kans om vanuit mijn eigen kern te leven en te kiezen waar ik wel, minder of niet (meer) mijn aandacht op richt… en te voelen wat mijn hart beroert en nodig heeft. Een proces, dat ’tijd nodig heeft’.
En inderdaad: ‘Af en toe, want meestal zijn we daar niet mee bezig, we zijn en we doen terwijl de tijd verstrijkt.’