Ik lees over onderzoek naar het effect van wandelen in de natuur op ons welbevinden. Ik citeer uit een artikel over nature-based therapy van Wouter van Noort: Er is nog veel onbekend over hóé de natuur je gezondheid helpt: zit het in de rustgevende kwaliteit, zijn er effecten op het microbioom (de samenstelling van de bacteriën in onze darmen), wat doet het met de hormoonhuishouding? Moet je per se een bos opzoeken of kan het ook in je tuin?
Ik kan me voorstellen dat mensen houvast vinden in wetenschappelijk bewijs dat buiten zijn met de natuur gezond voor ons is. Persoonlijk heb ik dat bewijs niet nodig. Lang geleden leerde ik de uitdrukking ‘The proof of the pudding is in the eating’, ofwel ‘Ondervinding is het beste bewijs’. Ik ondervind dagelijks wat het effect is van de buitenlucht in park en bos op mijn lijf, en via mijn lijf op mijn gemoed. Ook als ik een dag geen zin heb om te gaan, dwing ik mijzelf de deur uit, omdat ik weet dat ik me bij terugkomst energieker en lichter zal voelen. Eenmaal buiten stem ik mij af op wat ik nodig heb, een langzame slenter of een stevige stap. Mijn zintuigen gaan open en er vindt een uitwisseling plaats tussen mijn omgeving en mij. Je zou kunnen zeggen dat ik het leven toelaat. Ik word één met de bomen en de wolken, de vergezichten en de nabije details. En in die eenheid ontstaat een uitwisseling van levenskunst.
Tineke zegt
Mooi! Dank je weer.
Ja heel herkenbaar. Ik heb ook geen bewijs nodig om te weten dat het bezoek aan een bos mij goed doet. 🙂
Saskia zegt
Prachtig Justine, dankjewel <3
Yonina zegt
Prachtig beschreven en zeker herkenbaar